Iets dat in het donker kroop
In de wasruimte keek Adam over hem heen, getuige geweest van een wazige beweging door de oude lamellen in het plafond. Hij wierp een snelle blik op de gevreesde indringer en schrok.

Hij verwachtte zeker geen dier van dit type, laat staan een dier van deze omvang. Hij zag het ding op zijn zolder kruipen. Gelukkig was het dier ver van hem verwijderd en hoefde hij er niet oog in oog mee te komen. Hij was alleen gewapend met een fakkel en de duisternis maakte het dier nog enger. Dit dier had daar niet mogen zijn, hij had echt alles behalve dat verwacht. Het verklaarde ook waarom Adam nog nooit ratten in of om hem heen had gezien.